Locatie 3: Begijnhof(kerk)
Door: Theo Troonbeeckx
Begijnhof(kerk)

Door: Felix Timmermans
Uit: Schoon Lier
De stilte is een olie; nu en dan borrelt ze op, en uit den taartigen à-jouren toren wellen dan klokkengalmen open. De witte stille straten met hier en daar een kruisweg aan de muren, zijn een kleurig getijdenboek, verlucht met de naïeve tafereeltekens van Jezus’ bitter lijden.
(…)
De stappen klinken in de smalle straatjes, verbaasd over hun eigen lawijd, en een begijntje dat achter een venster zit te borduren, weet niet of ze U moet goedag knikken, en als ge al lang voorbij zijt doet z’het dan toch maar. Zij zijn gewoon van slechts O. L. Heer en de stilte te groeten. (p44)
(…)
Daar woont ook de nachtegaal, die ’s nachts zijn koninklijke perelenkransen over de begijnhofstilte drest. En hoog boven die tevredene nedrigheid jubelt de kerk hoog en groot in volle Brabantse krullenweelde, als een galante markiezin …